e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volle wagen volle: vǫlǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]) [N 95, 673b; monogr.] II-5
volmolen volmolen: vǫ.l[molen] (As) Molen waarin wollen vezels onder toevoeging van bijtende en ontvettende stoffen worden gekneed of geperst om ze te doen vervilten en verdichten. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1b; Jan 22; Grof 12] II-3
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bē̜r (As), bęǝr (As), bīǝr (As) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
volwassen, volgroeid uit de was: ówt de wàs (As) volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)] III-2-2
vonk geinster: genstər (As, ... ), génster (As), sprankel: sprànkel (As), vonk: vónk (As) Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)] || vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-2-1
voogd momber: mommer (As), mómmer (As), momber  mòmmer (As), voogd: vuugd (As) iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd || voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2
voor de gek houden bedoppen: een verbastering van bedotten  bedòppe (As), begoochelen: Ut di-j hiêl affèèr zeen zi-j mè ferm bekòkkeldsj (of besjiête) ûtkòmme  bekòkkele (As), foppen: fóppe (As), kloten: klōēte (As), ki-jk mè hiêl good in: of de weers ferm gekluutsj  klute (As), kullen: kille (As), verneuken: vernīēke (As) foppen || foppen, beetnemen || op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)] III-1-4
vooraanstaande vooraanstaande: vraanstaonde (As) een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)] III-3-1
voorbereiding préparatoire: proprǝtwār (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg]) Werken in een koollaag die worden uitgevoerd na de ontsluiting maar vóór de winning. "Verzamelnaam voor alles wat en iedereen die zich bezighoudt met de voorbereidende ondergrondse werken tot het winnen van de kolen" (Vanwonterghem pag. 180). [N 95, 167; monogr.; Vwo 627; Vwo 843] II-5
voorde, doorwaadbare plaats doorsteek: (overgenomen van Maasland).  dōērstéék (As), oversteek: (overgenomen van Maasland).  īēverstéék (As) doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)] III-4-4