e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wachthouden bij een dode waken: wāke (As) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
wafel wafel: woafel (As) wafel [ZND 08 (1925)] III-2-3
wagens instoten [wagens] inboeten: enbutǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Winterslag, Waterschei]) De mijnwagens met de hand of door middel van een tussen de spoorstaven gemonteerde wagenduwer in de liftkooi duwen. De respondent uit Q 15 merkt daarover op dat op de mijn Maurits de wagens met de bokser op de kooi werden gestoten waardoor tegelijkertijd de lege wagens aan de andere zijde uit de kooi werden geduwd. Deze werden een helling opgetrokken en liepen op eigen kracht in een lichte daling naar de verzamelplaats waar men er treinen met lege wagens van samenstelde, of naar een spoor waarop het aan te voeren materiaal tot een trein werd samengevoegd. Omdat het in- en uitstoten van mijnwagens blijkbaar als één handeling werd beschouwd, zijn in dit lemma ook de opgaven "uitstoten", "van de kooi afstoten", "van het gerüst afstoten", "van de kooi boksen" en "van het gerüst boksen" opgenomen. Voor de niet fonetisch gedocumenteerde opgaven zie men het lemma Schachtkooi. [N 95, 683; monogr.; Vwo 392] II-5
wagens kippen kippen: kepǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]) Volle mijnwagens met behulp van een kipper omkantelen. Bij de meeste in dit lemma opgenomen opgaven behoort wagens of berlijns als object. [N 95, 693; monogr.; Vwo 417; Vwo 420; Vwo 865] II-5
wagenvervoer met lieren traînage: tǝrnāš (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]) Het verplaatsen van mijnwagens over korte afstand door middel van lieren. [N 95, 703] II-5
wagon wagen: wāge (As), wagon (<eng.): wàgón (As) een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)] III-3-1
wakker wakker: wakker (As) Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)] III-1-2
walm blaak: blaok (As), walm: wàlm (As) dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)] III-2-1
walmen blaken: blōͅkə (As), Este de stoaf möt vochtig huit aanmeeks, beginsj ze te bloake  bloake (As) roken, walmen, gez. van een lamp [ZND 02 (1923)] || walmen III-2-1
wan wan: wa.n (As) De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37] I-4