e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijzerplaat van het torenuurwerk wijzerplaat: wiezerplaat (As) De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzers van het torenuurwerk wijzers: wiezers (As) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wilde eend eend: èèndsj (As), êin (As) eend [ZND 01 (1922)] III-4-1
wilde framboos hinnebeer: hinnebiêre (As) frambozen, wilde — III-4-3
wilde roos (hondsroos, enz.) hondsroos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  hondroës (As), wilde roos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  wil roës (As), WBD/WLD  wil rōēze (As) egelantier [ZND 01 (1922)] || Hondsroos (rosa canina). Tot 3 m hoge struik; de takken zijn overhangend, met grote, gekromde stekels; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig; de blaadjes zijn kaal en langwerpig, tevens gezaagd; de bloemen groeien afzonderlijk of enkele bijeen, ze zijn lang ge [N 92 (1982)] III-4-3
wilde tijm tijm: WBD/WLD  tījm (As), wilde tijm: WBD/WLD  willen tèjm (As) Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] || Wilde tijm (thymus serpyllum 5 tot 30 cm groot, struikachtig plantje, vaak zodevormend; de stengels zijn liggend of opstijgend, de stengel is behaard, onderaan meestal houtig. De bladeren zijn smal, elliptisch en klein. De bloemen staan in trosjes aan d [N 92 (1982)] III-4-3
wilg (alg.) wilg: ene willig (As) wilg [ZND 14 (1926)] III-4-3
wilgenkatje katje: ketsje (As), WBD/WLD  ketjes (As) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] || katje, bloeiwijze III-4-3
wilgenroosje veerkruid: WBD/WLD wilgenroosje  veerkrówt (As) wilgenroosje [N 92 (1982)] III-4-3
wilgenteen wijme: wi-jm (As), wis: WBD/WLD  wis (As) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] || wilgeteen III-4-3