id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
23453 | wijzerplaat van het torenuurwerk | wijzerplaat: wiezerplaat (As) | De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3 |
23454 | wijzers van het torenuurwerk | wijzers: wiezers (As) | De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3 |
24277 | wilde eend | eend: èèndsj (As), êin (As) | eend [ZND 01 (1922)] III-4-1 |
24507 | wilde framboos | hinnebeer: hinnebiêre (As) | frambozen, wilde — III-4-3 |
24611 | wilde roos (hondsroos, enz.) | hondsroos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok hondroës (As), wilde roos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok wil roës (As), WBD/WLD wil rōēze (As) | egelantier [ZND 01 (1922)] || Hondsroos (rosa canina). Tot 3 m hoge struik; de takken zijn overhangend, met grote, gekromde stekels; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig; de blaadjes zijn kaal en langwerpig, tevens gezaagd; de bloemen groeien afzonderlijk of enkele bijeen, ze zijn lang ge [N 92 (1982)] III-4-3 |
24873 | wilde tijm | tijm: WBD/WLD tījm (As), wilde tijm: WBD/WLD willen tèjm (As) | Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] || Wilde tijm (thymus serpyllum 5 tot 30 cm groot, struikachtig plantje, vaak zodevormend; de stengels zijn liggend of opstijgend, de stengel is behaard, onderaan meestal houtig. De bladeren zijn smal, elliptisch en klein. De bloemen staan in trosjes aan d [N 92 (1982)] III-4-3 |
24557 | wilg (alg.) | wilg: ene willig (As) | wilg [ZND 14 (1926)] III-4-3 |
24510 | wilgenkatje | katje: ketsje (As), WBD/WLD ketjes (As) | De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] || katje, bloeiwijze III-4-3 |
24659 | wilgenroosje | veerkruid: WBD/WLD wilgenroosje veerkrówt (As) | wilgenroosje [N 92 (1982)] III-4-3 |
24519 | wilgenteen | wijme: wi-jm (As), wis: WBD/WLD wis (As) | De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] || wilgeteen III-4-3 |