e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
worst worst: worst (As) worst [ZND 04 (1924)] III-2-3
worstelen worstelen: woeërselen (As), worstele (As), wrusselen: Informeel, niet als sporttak.  frówsele (As) de tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen] [N 112 (2006)] || De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] || Worstelen. [Willems (1885)] III-3-2
worstenbroodje saucijzenbroodje: sesi-jzebriêdsje (As), worstriggel: worstriggel (As), syn  worstriggel (As) worstenbrood || worstenbroodje III-2-3
wortel wortel: wǫrtǝl (As) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortelgestel: WBD/WLD nadruk op laatste letergreep  wòrtelgestel (As), zijwortel: zi-jwortəl (As) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: andere wortels (strijkwortel, zoekwortel, zinker, etc.?) [N 75 (1975)] III-4-3
wortelenstamppot stomp: stòmp (As) gestampte aardappelen vermengd met o.a. worteltjes, of hutspot III-2-3
wortelhals hals: WBD/WLD  hals (As) De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)] III-4-3
worteltje hete pootjes: heͅi̯tə pīətšəs (As) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wreef wreef: vrǫjf (As) Het hoogste deel van de voorzijde van de voet. [N 60, 36, N 60, 15b] II-10
wreef [wld ii.10, p. 23-24] wreef: vryf (As) Het hoogste deel van de voorzijde van de voet? (wreef, wrijf)? [N 60 (1973)] III-1-3