32723 |
de ploeg uit de voor laten komen |
uitvaren:
ū.t˲vã.rǝ (L417p As)
|
Als men bij het ploegen van een voor het einde van het stuk of de keerstrook bereikt heeft, laat men de ploeg uit de grond komen. Met deze handeling wordt het keren ingezet. Blijkens een aantal termen tilt men de ploeg op of laat men de staart los of duwt deze zover om, dat de schaar niet meer voort. Een wentelploeg haalt men uit de voor, door na ontgrendeling van de ploegboom de achterploeg aan de staart (meestal naar rechts) om te trekken, waardoor het dubbele ploeglichaam gaat kantelen. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 123b; monogr.]
I-1
|
32685 |
de ploeg verstellen |
(de schalm) breder / smaler zetten:
brei̯ǝr / smãlǝr zętǝ (L417p As)
|
I-1
|
27795 |
de richting controleren |
directie uitzetten:
dirɛksi owtzętǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden])
|
De richting controleren van een mijngang. Een richting bestaat uit twee of drie richtingspunten en een controlepunt. De richtingen hebben tot doel een rechte stand van de te maken gang in een vooraf bepaalde richting te verkrijgen (MBK II pag. 40-41). Alvorens de richting naar het front wordt doorgetrokken moet eerst de richting worden gecontroleerd. Het al of niet kloppen van de richting moet altijd worden vastgesteld op het controlepunt. [N 95, 846]
II-5
|
22126 |
de ring in een kapsule stoppen |
in het potje doen:
in ’t petsjə doon (L417p As),
rènk in het pètje doon (L417p As)
|
de ring in een ijzeren kapsule stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23290 |
de roepen krijgen |
in de roepen zijn:
inne roop zeen (L417p As)
|
De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34273 |
de stal uitmesten |
uitmesten:
ūtmęstǝ (L417p As)
|
De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.]
I-11
|
27889 |
de steenhoop laden |
laden:
lājǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
De losgeschoten stenen al dan niet mechanisch laden. [N 95, 453; monogr.]
II-5
|
18062 |
de stuipen hebben |
de stuipen hebben:
de sti-jpe hébbe (L417p As)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19859 |
de tafel dekken |
de tafel gereedmaken:
de taofel grèjd make (L417p As)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
24037 |
de toog aankrijgen: toga |
toog (<lat.):
too (L417p As)
|
De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|