e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Aubel

Overzicht

Gevonden: 406

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hart hart: hart (Aubel) hart [RND] III-1-1
heer heer: hɛ:r (Aubel), monsieur (fr.): məsjø: (Aubel) heer [RND] III-3-1
hefboom van de pers hefboom: hefboom (Aubel) De hefboom waarmee de pers met schroef-draad wordt aangedreven. Zie afb. 20. [N 57, 12c] II-2
hemel hemel: hi.əməl (Aubel) hemel [RND] III-3-3
het paard leiden leiden: lɛi̯ǝ (Aubel) Het paard leiden of mennen door het met de teugels te sturen. Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [N 8, 100 en 101b; Wi 25; monogr.] I-10
hoed (alg.) hoed: ho:t (Aubel) hoed [RND] III-1-3
hoeden van koeien weiden: węi̯jǝ (Aubel) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoekschop corner (eng.): Karte 168.  kornēr (Aubel) Eckball. III-3-2
hoepel reep: raep (Aubel) Reep. [Willems (1885)] III-3-2
hond hond: hōndt (Aubel) hond [Willems (1885)] III-2-1