19809 |
trapleuning |
leen:
lē̜ŋ (Q249p Aubel)
|
Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.]
II-9
|
22393 |
troef |
troef:
droev (Q249p Aubel)
|
Troef. [Willems (1885)]
III-3-2
|
29936 |
troffel |
troffel:
trufǝl (Q249p Aubel
[(meervoud: trufǝlǝ)]
)
|
Metselaarsgereedschap, bestaande uit een metalen blad van driehoekige vorm aan een gekromde steel met houten handvat. De troffel wordt gebruikt om specie op de stenen te brengen en uit te strijken en om metselstenen op maat te hakken. Zie afb. 1a. Het woordtype schmeisstroffel was in Q 121 van toepassing op een troffel die bij het pleisteren werd gebruikt. De voorkant van het blad van deze troffel was, in tegenstelling tot dat van de gewone troffel, niet rond maar recht afgewerkt. Zie ook het lemma 'pleisteren'. [Wi 3; N 30, 7a; monogr.]
II-9
|
23000 |
trommel |
trom:
moeilijk leesbaar: d of p?
’n drŏom (Q249p Aubel)
|
Trommel. [Willems (1885)]
III-3-2
|
22861 |
trommeltje |
trommetje:
drømkə (Q249p Aubel)
|
trommeltje [RND]
III-3-2
|
33615 |
tuinman, boomkweker |
gardenier:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
gardənēr (Q249p Aubel)
|
[RND 08]
I-7
|
33788 |
uier |
uier:
yr (Q249p Aubel)
|
De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.]
I-11
|
24260 |
uil |
uil:
ul (Q249p Aubel)
|
uil [Willems (1885)]
III-4-1
|
28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) invamen:
ǝn nø̜̄lt ęvē̜.mǝ (Q249p Aubel),
invamen:
ęvē̜.mǝ (Q249p Aubel)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
17822 |
vallen |
vallen:
valle (Q249p Aubel),
[~an]
vallen (Q249p Aubel)
|
vallen [ZND m]
III-1-2
|