e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Aubel

Overzicht

Gevonden: 406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vangen vangen: vangen (Aubel) vangen [ZND m] III-1-2
varken varken: vɛrǝkǝ (Aubel) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
vaste voer- en drinkbak krib: krēp (Aubel) De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
vastenavond vastenavond: vastənu.əvənt (Aubel), vāstenuovend (Aubel) vastenavond [RND] || Vastenavond. [Willems (1885)] III-3-2
vee vee: fīǝ (Aubel), viǝ (Aubel) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
veer pen: pen (Aubel), veer: väär (Aubel) veer, veder [Willems (1885)] III-4-1
veldleeuwerik, leeuwerik faulenzer (du.): luiaard  vouleutser (Aubel) leeuwerik [Willems (1885)] III-4-1
verf verf: vɛrǝv (Aubel) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
vergaarkuip tijn: tin (Aubel) De soms van hout vervaardigde vergaarkuip voor het opvangen van het sap. [N 57, 18] II-2
verjaardag anniversaire (fr.): Karte 183.  anniversaire (Aubel) Geburtstag. III-3-2