e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knecht, algemeen knecht: knęxt (Baarlo), knɛx (Baarlo) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneden kneden: knē̜i̯ǝ (Baarlo) De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.] I-11
knellen knellen: knelle (Baarlo) knellen [SGV (1914)] III-1-2
kneuzen blutsen: blutsen (Baarlo) blutsen [SGV (1914)] III-2-3
knevels fretters: vrɛtǝrs (Baarlo), knevels: knēvǝls (Baarlo) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10
knie knie: kneen (Baarlo) knie [SGV (1914)] III-1-1
knieband voor een stier of kalf knieënband: knēnbaŋk (Baarlo) IJzeren, soms houten beugel of ring aangebracht ter hoogte van de knie, meestal met een touw om de horens. Deze knieband wordt bevestigd om de koeien los te kunnen laten lopen en tevens ze in bedwang te kunnen houden. [N 3A, 14c; monogr.] I-11
knielbankje knielbank: kneelbank (Baarlo), knielbankje: kneelbenkske (Baarlo), knienbankje: kneenbenkske (Baarlo) Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knielen knielen: kneele (Baarlo, ... ), kniele (Baarlo) Knielen, een kniebuiging maken [kniele, kneele, kneije?]. [N 96B (1989)] III-3-3
knielkussen kerkkussen: keͅrkøͅsə (Baarlo), kerkkussentje: keͅrkøͅskə (Baarlo), kniekussen: knēnkøͅsə (Baarlo), knielkussen: kneelkussen (Baarlo) Het knielkussen op de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3