e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pokdalig mottig: [vgl. lm. pokdalig]  mottig (Baarlo, ... ) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
poken poken: pūkə (Baarlo) poken [SGV (1914)] III-2-1
pollepel soeplepel: soeplèpel (Baarlo) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
polsmof mof: mòf (Baarlo) polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
pommelee, appelschimmel appelschimmel: apǝlšømǝl (Baarlo) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
pompon van een muts poes: poes (Baarlo) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] III-1-3
ponder pondel: WNT: pondel, Van pond met -el, zooals huizel, uisel van ons is afgeleid. Verg. ponder (III) en unster, die met -er zijn gevormd. Weegschaal met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht, dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last kan wegen, unster.  pungel (Baarlo), ponder: wordt gebruikt bv. melk te wegen bij de melkcontrôle  punger (Baarlo) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
pook pook: pūk (Baarlo) pook [SGV (1914)] III-2-1
poort poort: pǫrt (Baarlo), pǭrt (Baarlo) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot varkenspoot: vɛrkǝspūǝt (Baarlo), varkenspootje: vɛrkǝspyǝtjǝ (Baarlo) [N 76, 12] I-12