| 22310 |
proppenschieter |
knaptoet:
knaptoet (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
Van fleerehaut waerde knaptóete gemáakt.
knaptóet (L295p Baarlo)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || Van een vliertak gemaakt speelgoed (fluitje).
III-3-2
|
| 21354 |
pruis |
pruis:
pruus (L295p Baarlo)
|
Pruis [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21355 |
pruisen |
pruisen:
pruusse (L295p Baarlo)
|
Pruisen (land) [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 18908 |
prutser |
sukkelaar:
sukkellêr (L295p Baarlo),
sukkelboks:
sukkelboks (L295p Baarlo)
|
sukkelaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 20651 |
pudding |
pudding:
pudding (L295p Baarlo),
Syst. WBD
peudding (L295p Baarlo)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 30687 |
puimsteen |
pruimsteen:
prūmstęjn (L295p Baarlo)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
| 18110 |
puistjes |
brobbels:
broebbels (L295p Baarlo),
puistjes:
puuskes (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 34516 |
pullorum |
kalkschijt:
kalkšīt (L295p Baarlo),
pullorum:
pǝlōrɛm (L295p Baarlo)
|
Pullorum, een zeer besmettelijke ziekte, veroorzaakt door een bacterie. Witte diarree is een van de voornaamste kenmerken. [N 19, 64]
I-12
|
| 18693 |
pullover |
pullover:
pullover (L295p Baarlo)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 32879 |
punt van het blad van de zeis |
punt:
pønt (L295p Baarlo)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|