e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baelen

Overzicht

Gevonden: 421
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schol schol: shôll (Baelen) schol [Willems (1885)] III-2-3
schommel schokkel: schokel (Baelen) Schommel. [Willems (1885)] III-3-2
school school: šuəl (Baelen) school [RND] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: ṣuəlkeŋər (Baelen) schoolkinderen [RND] III-3-1
schutter schuts: sjøts (Baelen), schutter: schieëtter (Baelen) schutter [RND] || Schutter. [Willems (1885)] III-3-2
schuur schuur: š˙yǝr (Baelen) Het apart staande of aan de stallen vastgebouwde bedrijfsgebouw, waarin de oogst geborgen wordt, ook dienend om in te dorsen en, vooral bij kleinere boerderijen, ook om landbouwwerktuigen te bergen. De voornaamste gelijkvloerse delen van de schuur zijn de dorsvloer en de tasruimte(n) naast de dorsvloer. Boven de dorsvloer bevindt zich veelal een balkenzolder. Zie afbeelding 12. [N 5A, 66a; JG 1a en 1b; A 11, 4; L 12, 1; S 32 en 50; Wi 15; Gi 2.I, 20; monogr.; add. uit N 5A, 71a en 71c] I-6
sering groffelsnagel: -  groffe(l)(s)nagel (Baelen), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  groffelsnagel (Baelen) sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)] I-7, III-4-3
sijs sijsje: siske (Baelen) sijs [Willems (1885)] III-4-1
slaan houwen: sjwaRt ɛn blow gəhouwə (Baelen) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
slak slak: shlaĕk (Baelen) slak [Willems (1885)] III-4-2