e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Banholt

Overzicht

Gevonden: 550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meerderjarig mondig: munnig (Banholt) mondig [SGV (1914)] III-2-2
meester meester: mèster (Banholt) meester [SGV (1914)] III-3-1
meisje meidje: mädeke (Banholt) meisje [SGV (1914)] III-2-2
melk zeven zijen: zii̯ǝ (Banholt) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkzeef zij: zii̯ (Banholt), zijbaar: zii̯bǭr (Banholt) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
merel merel: mjalle (Banholt, ... ) merel III-4-1
mergelblok stol: štǫl (Banholt) Mergel is zandsteen met leem en kalk als bindmiddel. Men onderscheidt mergelaarde en mergelsteen. De eerste soort wordt toegepast bij het vruchtbaarmaken van landbouwgrond. De laatstgenoemde wordt, in rechthoekige of vierkante blokken gezaagd, vooral in het zuiden van het onderzoeksgebied gebruikt bij de bouw van huizen of als sierlaag in baksteenmetselwerk. Mergelsteen kan met een mes zeer gemakkelijk bewerkt worden maar is toch tamelijk duurzaam omdat ze onder invloed van het weer vaster wordt. Een van de beste soorten is de Sibbersteen uit de groeven van Valkenburg. [N 30, 55b; N 30, 56; monogr.] II-9
met de voorpoten harkend over de grond krabben dabben: dabǝ (Banholt) Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74] I-9
middagmaal noen, de -: noōn (Banholt) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)] III-2-3
mondvol bof: (s.m.)  bóf (Banholt) hap, mondvol III-4-4