24215 |
nest |
nest:
nèst (L327p Beegden),
èst (L327p Beegden),
èster (L327p Beegden)
|
nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)]
III-4-1
|
34521 |
nestei |
nestei:
ęstęi̯ (L327p Beegden)
|
Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.]
I-12
|
17608 |
neus |
neus:
naas (L327p Beegden)
|
neus [SGV (1914)]
III-1-1
|
17609 |
neus (spotnamen) |
domper:
domper (L327p Beegden),
front:
front (L327p Beegden),
gevel:
gevel (L327p Beegden)
|
neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17614 |
neusgaten |
neusgaten:
naasgate (L327p Beegden)
|
neus: neusgaten [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20482 |
nicht |
nicht:
neen
nicht (L327p Beegden, ...
L327p Beegden)
|
nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17698 |
nier |
nier:
neer (L327p Beegden)
|
nier [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21654 |
niet gunnen |
aanhouden:
aangehaoje (L327p Beegden)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25172 |
nieuwe maan |
donkere maan:
donkel moan (L327p Beegden),
donker moan (L327p Beegden)
|
maan [donkere ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
noets (L327p Beegden)
|
nieuws [SGV (1914)]
III-3-1
|