e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nest nest: nèst (Beegden), èst (Beegden), èster (Beegden) nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)] III-4-1
nestei nestei: ęstęi̯ (Beegden) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12
neus neus: naas (Beegden) neus [SGV (1914)] III-1-1
neus (spotnamen) domper: domper (Beegden), front: front (Beegden), gevel: gevel (Beegden) neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] III-1-1
neusgaten neusgaten: naasgate (Beegden) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
nicht nicht: neen  nicht (Beegden, ... ) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nier nier: neer (Beegden) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niet gunnen aanhouden: aangehaoje (Beegden) ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1
nieuwe maan donkere maan: donkel moan (Beegden), donker moan (Beegden) maan [donkere ~] [SGV (1914)] III-4-4
nieuws nieuws: noets (Beegden) nieuws [SGV (1914)] III-3-1