e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schouder schouder: de sjouwers ophaole (Beegden), sjouwer (Beegden), sjouwər (Beegden) Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)] || schouder [SGV (1914)] || schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schraag bok: buk (Beegden), schraag: šrāx (Beegden) Houten draagstelling die wordt gebruikt om een lang werkstuk te ondersteunen. Zie ook afb. 116. [N 53, 225; S 32; monogr.] II-12
schram schram: sjroam (Beegden), sjroame (Beegden) schram [SGV (1914)] || schrammen (mv) [SGV (1914)] III-1-2
schrede trede: trêj (Beegden) schrede [SGV (1914)] III-1-2
schreeuwen schreeuwen: Opm. bijv. sjrêwe wie ei v´rke.  sjrêwe (Beegden) schreeuwen [SGV (1914)] III-3-1
schrikkeljaar schrikkeljaar: sjrikkeljoar (Beegden) schrikkeljaar [SGV (1914)] III-3-2
schroeien schroeien: šry(3)̄i̯ə (Beegden) schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schuchter bleu: blêû (Beegden) bloode [SGV (1914)] III-1-4
schuier klederborstel: kleͅi̯ərbøͅstəl (Beegden) stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1
schuifgrendel schoude: sjauw (Beegden) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1