e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruiloft bruiloft: broeloft (Beegden) bruiloft [SGV (1914)] III-2-2
bui, regenbui bijs: (Soms word ook wel het woord buuj gehanteerd).  bies (Beegden), regenbijs: rêngelbies (Beegden) bui [SGV (1914)] || regenbui [SGV (1914)] III-4-4
buik (spotnamen) pens: pens (Beegden) buik: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
buikpijn buikpijn: bōēk-pien (Beegden), pijn in het lijf: pien in t lief (Beegden) buikpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
buil op het hoofd bluts: bluuts (Beegden) buil op het hoofd [buts, buil] [N 10a (1961)] III-1-2
bundel, bussel bussel: (Een dikke vrouw is:bössel).  bössel (Beegden), schop: ( Bos graan).  sjop (Beegden) bundel [SGV (1914)] III-4-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) bunder: boonder (Beegden) bunder [SGV (1914)] III-4-4
bunzing fis: vies (Beegden, ... ), h? sjtinktj wie ein vies  vies (Beegden), h? sjtinktj wie ein vies / h? h?t uigskes wie ein vies = fonkelende oogen  vies (Beegden) bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || ulk (bunzing) [SGV (1914)] III-4-2
bus bus: bus (Beegden) bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)] III-3-1
buskruit pulver (<lat.): polfer (Beegden) buskruit [SGV (1914)] III-3-1