e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q019p plaats=Beek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parfum odeur (fr.): odeur (Beek) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
passen passen: het pas (Beek) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): pəsjto.ər (Beek) pastoor [RND] III-3-3
pater pater (lat.): pa:tər (Beek) pater [RND] III-3-3
pauw pauw: pau̯ (Beek) I-12
peer, soorten peer: pe͂ͅr (Beek) I-7
peetoom peter: pēͅtər (Beek) peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante paat: pāt (Beek) peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
pekel pekel: pęjkǝl (Beek) De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.] II-1
pekelkuip vleestijn: vlęjstin (Beek) De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.] II-1