e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beek

Overzicht

Gevonden: 2997
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladzijde bladzijde: bladzie (Beek) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
blaffen bellen: 3 ev  bele (Beek), grote hond  bēlə (Beek), blaffen: blaffe (Beek) blaffen III-2-1
blanke raat nieuwbouw: nø̄bǫw (Beek), onbelegde raat: (mv)  onbǝlaxdǝ rāt (Beek  [(zijn nog niet door de koningin belegd met eitjes)]  ) De in mei gemaakte blanke of maagdelijke raat of raten die nog niet voor broeden hebben gediend. De raat is nog wit van kleur. [N 63, 13f] II-6
blaten bleken: blē̜kǝ (Beek), bleten: blē̜tǝ (Beek) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blazen blazen: blēͅze (Beek) blazen [DC 37 (1964)] III-1-1
blijven wachten blijven: blieve (Beek) blijven [DC 37 (1964)] III-4-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Beek) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4
blikslager blikslager: blēkslē̜.gǝr (Beek) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
bloed roeren (het) bloed kloppen: blōtklopǝ (Beek), roeren: rø̄rǝ (Beek) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloedluis bloedluis: eigen spellingsysteem  blood-loes (Beek) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2