e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beek

Overzicht

Gevonden: 2997
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bewerkelijk (zijn) bewerkelijk: bewirkellik (Beek) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewerken van het deeg op de werktafel doorslaan: dōršlǭǝn (Beek) De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.] II-1
bewolkte lucht bewolkte lucht: de loch, den hemel is bewolk, de zus gein sjterre (Beek) Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)] III-4-4
bewusteloos lam neervallen: laam (Beek), onmachtig: onmechtig waere (Beek) Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)] || zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)] III-1-2
bezadigd doodgemoedereerd: dood gemoedereerd (Beek), gemoedereerd: gemoedereerd (Beek) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4
bezem bessem: bɛsǝm (Beek), bezem: bessem (Beek), beͅsəm (Beek) bezem [RND] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezig zijn bezig zijn: bezig zin (Beek) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezeuk (Beek) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgen uitbrengen: ūtbręŋǝ (Beek) Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr] II-1
biechtstoel biechtstoel: beechsjtool (Beek) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3