e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongensondergoed? jongensondergoed: jongesongergood (Beesel) Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jood jood: joet (Beesel, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Judas (Beesel) Judas [SGV (1914)] III-3-3
judaspenning judaspenning: WLD  judaspenning (Beesel) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffrouw juffrouw: juffrouw (Beesel) juffer [SGV (1914)] III-3-1
jurk kleed: veur zälle det kleid gans motte lossjnieje ièr veur ⁄t kenne verangere (Beesel), veur zälle det kleid gans motte lostorre ièr veur ⁄t kenne verangere (Beesel), neud; naden  veur zalle de neud van det kleid gans motte lospeutere veur det kenne verangere (Beesel) Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)] III-1-3
juweel edelsteen: edelstein (Beesel) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak kaak: kák (Beesel) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kaal: kaal (Beesel) De man is kaal [DC 42B (1967)] III-1-1
kaal duivenjong kwak: kwak (Beesel) een jong van enkele dagen oud, nog met haar? [N 93 (1983)] III-3-2