18959 |
oprecht |
rechtuit:
rechōēt (L300p Beesel)
|
alles bedoelend zoals gezegd wordt, welmenend [rechtzinnig, oprecht] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18030 |
oprispen |
boeren:
boeren (L300p Beesel),
keuken:
kø͂ͅkə (L300p Beesel, ...
L300p Beesel),
het hardop oprispen
kø͂ͅkə (L300p Beesel),
opstoten:
opstoite (L300p Beesel),
het oprispen
opsjtoote (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een oprisping? [DC 47 (1972)] || Hoe noemt men in uw dialekt oprispen, opbreken van eten of drinken? [DC 47 (1972)] || oprispen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18031 |
oprisping |
boer:
boer (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men een oprisping? [DC 47 (1972)]
III-1-2
|
19290 |
opspelen |
opspelen:
opsjpeelə (L300p Beesel)
|
zeer boos uitvallen [sjamfoeteren, opspelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32936 |
opsteker |
opsteker:
ǫpstɛ̄kǝr (L300p Beesel)
|
Degene die het hooi met de oogstgaffel opsteekt naar de optasser op de wagen. [N 14, 121a; A 34, 3a]
I-3
|
32938 |
optassen, vouwen |
laden:
lāi̯ǝ (L300p Beesel)
|
Het eigenlijke laden van het hooi op de wagen. Vooral op de Kempense ladderkarren, zonder dichte zijschotten (zie het lemma ''hooikar'') is dit laden een zorgvuldig karwei: de bussels hooi worden dan met een draaiende slag, een "vouw", vast tegen elkaar aan gestapeld. Om praktische redenen moest er met zorg geladen worden: er moest immers zoveel mogelijk hooi op de wagen geladen worden; maar ook om redenen van beroepstrots: een goedgeladen oogstwagen is de trots van de boer. Om een slechtgeladen wagen zal hij worden bespot. [N 14, 120; A 34, 6]
I-3
|
32939 |
optasser |
lader:
lāi̯ǝr (L300p Beesel)
|
Degene die, staande op de kar, het hooi van de opsteker aanneemt en het er opstapelt. [N 14, 121b; A 34, 3b]
I-3
|
17900 |
optillen |
heffen:
höffe (L300p Beesel),
höffə (L300p Beesel),
oplichten:
òpliXtə (L300p Beesel)
|
(Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || heffen, tillen [SGV (1914)] || optillen [RND]
III-1-2
|
21939 |
opvliegen |
opvliegen:
opvleegə (L300p Beesel)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: starten, wegvliegen, opvliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19037 |
opzettelijk |
spres:
spres (L300p Beesel)
|
expres [SGV (1914)]
III-1-4
|