| 21896 |
spaarpot |
spaarpot:
sjpaarpot (L300p Beesel)
|
de pot waarin geld wordt gespaard [spaarpot, spaarspot, ponk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 32750 |
spade, spitschop |
schup:
šø̜p (L300p Beesel)
|
Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.]
I-1
|
| 25273 |
span, maat tussen duim en pink |
span:
span (L300p Beesel)
|
de maat die een lengte aangeeft van 20 cm [span] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 17830 |
spannen |
spannen:
spanne (L300p Beesel)
|
spannen [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 24618 |
spar |
spar:
WBD / WLD
sjpar (L300p Beesel)
|
De spar (i.h.b. de fijnspar, zilverspar) (spar, mast). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 21895 |
sparen |
sparen:
sjpaarə (L300p Beesel)
|
bewaren, niets opmaken, om zijn bezit te vergroten [sparen, muiken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 17963 |
spartelen |
spartelen:
spertele (L300p Beesel)
|
spartelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 18091 |
spatader |
spat:
spat (L300p Beesel),
spatader:
sjpataor (L300p Beesel)
|
spatader [SGV (1914)] || Spatader: plaatselijk uitgezette ader met dikke blauwachtige knobbels; blijvende uitzettting van een ader vooral in de benen (spat, ader, spatader, puilader, aderspat). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 24993 |
spatten |
spatten:
spat (L300p Beesel),
spetteren:
spètteren (L300p Beesel),
spuiten:
sjpuitə (L300p Beesel),
spuite (L300p Beesel)
|
in of als kleine deeltjes op- of wegspringen, gezegd van vloeibare zaken [spatten, spiertsen, spinten, spetten, drasjken] [N 91 (1982)] || spatten [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 22003 |
speciale lokroepen |
kom dan:
Ja kom den (L300p Beesel),
kom maar:
Ja kom mer (L300p Beesel),
kom, kom:
Ja kom, kom (L300p Beesel)
|
Kent U speciale lokroepen? Hoe luiden die? [N 93 (1983)]
III-3-2
|