25267 |
ton, maat van 1000 liter |
ton:
tôôn (L300p Beesel)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17727 |
tonen |
tonen:
tuine (L300p Beesel)
|
tonen [SGV (1914)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tông (L300p Beesel)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21382 |
toonbank |
toonbank:
tuinbangk (L300p Beesel),
tuinbank (L300p Beesel)
|
de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
29108 |
tornen |
lossnijden:
lossni-jǝ (L300p Beesel)
|
De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38]
II-7
|
32942 |
touw om het hooi vast te sjorren |
lijn:
līn (L300p Beesel)
|
Zowel om de hooiboom aan de kar vast te sjorren, alsook om de lading zelf vast te zetten als er geen hooiboom op de lading werd gelegd, werden er doorgaans twee lange stevige touwen gebruikt. Het één werd aan de voorkant van de wagen aan één van de burries (of aan beide) vastgemaakt, of aan een speciaal daartoe aangebrachte ijzeren pin of ring. Aan de achterkant van de wagen werd het touw ofwel ook aan een haak of ring vastgezet en dan door middel van een blok of klos aangespannen of met een knevel aangedraaid, ofwel werd het door een soort windas gehaald, de vregelpaal die onder in de bak van de kar was gemonteerd en dan vast aangedraaid met de vregelstok; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''.' [JG 1d, 2c; A 34, 8 en 12a; add. uit N 17, 71; N 18, 140; A 34, 7, 9 en 12b; Gwn 7, 11; monogr.]
I-3
|
18917 |
traag |
traag:
troag (L300p Beesel)
|
traag [SGV (1914)]
III-1-4
|
21818 |
traag praten |
zeveren:
zeivərə (L300p Beesel)
|
traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21384 |
trakteren |
trakteren (<lat.):
trakteere (L300p Beesel)
|
trakteeren [SGV (1914)]
III-3-1
|
17731 |
tranende ogen |
zijpogen:
ziepouge (L300p Beesel)
|
leepogig [SGV (1914)]
III-1-1
|