e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rietgors rietvink: reetvink (Belfeld) rietgors III-4-1
rietzanger rietvink: reetvink (Belfeld) rietzanger III-4-1
rijbroek rijboks: riebóks (Belfeld) rijbroek met nauw om het onderbeen sluitende pijpen [N 23 (1964)] III-1-3
rijgen rijen: rejǝ (Belfeld) Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.] II-7
rijkdom rijkdom: ri.gdum (Belfeld) rijkdom [RND] III-3-1
rijp rijp: rīēp (Belfeld) rijp [RND] III-2-3
rijp, rijmx rijm: riem (Belfeld) rijm (op boomen) [SGV (1914)] III-4-4
rijshout, bonenstaak rijs: ries (Belfeld, ... ), riezer (Belfeld) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)] || rijzen (mv.) [SGV (1914)] I-7
rijstevlaai rijstevlaai: rie’steflaaj (Belfeld) Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijtuig rijtuig: ritȳx (Belfeld) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13