e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stuiver stuiver: schtuver (Belfeld) stuiver [SGV (1914)] III-3-1
stukken houtskool ameren: ǭmǝrǝ (Belfeld) In L 270 werd de vrouw die de stukken houtskool ophaalde en ze vervolgens in de omgeving verkocht, amerenmarieke (ǭm\r\marik\) genoemd - Donkers, pag. 51. In L 381 gebruikte men een ijzer om stukken houtskool uit de oven te trekken. Men noemde dit een kissel (kes\l). [monogr.] II-8
suiker suiker: sōkker (Belfeld) suiker [SGV (1914)] III-2-3
suizen van de oren tuiten: de oere toete mich (Belfeld) suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)] III-1-1
taart taart: taart (Belfeld, ... ) taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak tabak: tabak (Belfeld) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Belfeld) tafel [SGV (1914)] III-2-1
tak (alg.) tak: tak (Belfeld) tak [SGV (1914)] III-4-3
takken (coll.) tak (mv.): täk (Belfeld) takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
takkenbossen schansen: šansǝ (Belfeld) Takkenbossen, meestal van brem, die dienden om het grondwater tegen te houden. [monogr.] II-8