20397 |
doopjurkje |
doopkleed:
doͅ.upklɛ.it (L297p Belfeld)
|
doopkleed [RND]
III-3-3
|
23205 |
doopvont |
doopvont:
doͅ.upfunt (L297p Belfeld),
duipvont (L297p Belfeld)
|
doopvont [RND], [SGV (1914)]
III-3-3
|
25059 |
door elkaar, verward |
dooreens:
doereins (L297p Belfeld)
|
dooreen [SGV (1914)]
III-4-4
|
17954 |
door water het lopen met schoeisel aan |
flatsen:
dr door flatse (L297p Belfeld)
|
lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18671 |
doordeweekse kleren |
`s werkdaagse kleren:
swerdisse kléjer (L297p Belfeld)
|
door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24477 |
doorn, stekel |
doorn:
dŏre (L297p Belfeld),
doorn (mv.):
döör (L297p Belfeld),
døͅr (L297p Belfeld)
|
doorn [SGV (1914)] || doornen [RND] || doorns [SGV (1914)]
III-4-3
|
24619 |
doornstruik |
doornenstruik:
döörestroek (L297p Belfeld)
|
doornstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|
20848 |
dopen |
dopen:
duipen (L297p Belfeld),
dö.ypə (L297p Belfeld, ...
L297p Belfeld)
|
doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND]
III-3-3
|
21311 |
dorp |
dorp:
dörp (L297p Belfeld)
|
dorp [SGV (1914)]
III-3-1
|
19991 |
dorpel |
dorpel:
dø̜rpǝl (L297p Belfeld)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|