17954 |
flatsen |
door water het lopen met schoeisel aan:
dr door flatse (L297p Belfeld),
gekheid maken:
vlatsen (L265p Meijel),
mest ondiep onderploegen:
flatsǝ (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L216p Oirlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
met de vlakke hand op iemands rug slaan:
Harder.
flatse (L417p As),
missen in het beugelspel:
flatse (L330p Herten (bij Roermond), ...
L329p Roermond,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L289p Weert),
1) Met nattig geluid neervallen, uitslaan, neerkwakken.
flatse (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
8 Ic4
flatse (L329p Roermond),
[sub Aanvullingen].
flatse (L289p Weert),
Ook kreupel lopen.
flatse (L318b Tungelroy),
Zie ook bij: beugelen. [*!]
flatsje (Q020p Sittard),
ondiep ploegen:
flatsǝ (L192b Aijen, ...
L247p Broekhuizen,
L164p Gennep,
L246p Horst,
L265b Kronenberg,
L211p Leunen,
L248p Lottum,
L209p Merselo,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
L115p Mook,
L216p Oirlo,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
L192a Siebengewald,
L268p Velden,
L214p Wanssum,
L215a Wellerlooi),
te groot zijn:
b.v. zn sloeffe ~.
flatse (Q002p Hasselt),
uitwerpselen van de bij:
flatsǝ (Q113p Heerlen),
verbruien:
flatse (L271p Venlo),
cf. Venlo Wb. s.v. "flatse"2 zakken voor het examen
flàtsjə (Q117p Nieuwenhagen)
I-1, II-6, III-1-2, III-1-3, III-1-4, III-3-2
|
|