19514 |
melkkannetje |
melkpotje:
melkpøtəkə (K358p Beringen),
meͅləkpətəkə (K358p Beringen)
|
melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
34568 |
melkkar |
melkkar:
męlǝkkē̜r (K358p Beringen)
|
Kar om melkbussen van meerdere boeren van en naar de fabriek te brengen. Het was meestal een lange kar met een groot bodemoppervlak en lage zij-, voor- en achterplanken. [N 17, 15; N G 51; monogr.]
I-13
|
34129 |
melkkoe |
melkkoe:
męlǝkǫi̯ (K358p Beringen),
mɛlkǫi̯ (K358p Beringen)
|
Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148]
I-11
|
34098 |
melkspiegel |
melkspiegel:
męlǝkspigǝl (K358p Beringen),
mɛlkspigǝl (K358p Beringen)
|
Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d]
I-11
|
19930 |
melkzeef |
filter:
feltǝr (K358p Beringen),
trechter:
trechter (K358p Beringen),
zift:
zeft (K358p Beringen)
|
Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.]
I-11
|
33072 |
menneke, binnenste deel van het hok |
driepikkel:
drē̜pękǝl (K358p Beringen),
mannetje:
mɛnǝkǝ (K358p Beringen)
|
Het groepje van boven aaneengebonden schoven die in het midden van een hok staan. Kruis heeft wel betrekking op de werkwijze de middelste vier schoven, waar de andere schoven omheen staan, in een kruisvorm te zetten. Deze vier schoven worden niet overal aan elkaar gebonden. Zie afbeelding 7. [N 15, 32a; JG 1d, 2d; Goossens 1963, krt. 37; monogr.]
I-4
|
20470 |
menstruatie |
maandpozen:
znd 1 a-m;
mòəntpôezə (K358p Beringen)
|
maandstonden [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|
24212 |
merel |
merel:
mi-ɛl (K358p Beringen),
mièl (K358p Beringen),
mjeͅəl (K358p Beringen)
|
merel [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)], [ZND B2 (1940sq)]
III-4-1
|
17563 |
merg |
merg:
merg (K358p Beringen),
merəch (K358p Beringen)
|
het merg (in de beenderen) [ZND 31 (1939)] || merg (O.) [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
25346 |
merken |
ringen:
riŋǝn (K358p Beringen)
|
Het rund merken ten teken dat het bij de belastingdienst is aangegeven. [N 28, 2]
II-1
|