e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bos groente bussel: bussel (Beringen) [ZND 22 (1936)] I-7
bosbessenvlaai bosberenvlaai: Syst. Frings  boͅs˂bērəvlāi̯ə (Beringen), bosbezinvlaai: Syst. Frings  boͅs˂bēzəvlāi̯ (Beringen) Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: blęs (Beringen) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bot bot: boͅt (Beringen) bot (niet scherp) [ZND 32 (1939)] III-2-1
bot eggen slepen: [slepen] (Beringen) Werken met een eg die "bot" is aangespannen. De eg wordt aan een zodanig punt voortgetrokken dat de tanden schuin naar achteren wijzen en bijgevolg slechts oppervlakkig door de grond gaan. Zie afb. 70. De termen zijn vooral van toepassing op het werk met de oude houten eg die schuingeplaatste tanden had. In plaatsen waar men gezien de grondsoort verschillend egwerk met dezelfde eg kon verrichten en men uitsluitend of voornamelijk bot egde om het gezaaide graan in de grond te werken, kan voor "bot eggen" dezelfde term in gebruik zijn (geweest) als voor "eggen na het zaaien". Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. Voor andere (...)-varianten dan ''eggen'' zij verwezen naar het lemma ''slepen''. [JG 1a + 1b+ 1c + 2c; N 11, 82; N 11A, 173b; NP, 16a; monogr.] I-2
boter boter: bōtǝr (Beringen), botter: botǝr (Beringen) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: boterham (Beringen), botram (Beringen), botərham (Beringen), bōtəram (Beringen), Syst. Frings  bōtəram (Beringen, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  boterham (Beringen), botəram (Beringen), snee: snee (Beringen, ... ), snē (Beringen), Syst. Frings  snē (Beringen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  snee (Beringen, ... ) boterham [ZND 32 (1939)], [ZND B2 (1940sq)] || Een boterham (stuk, botteram?) [N 16 (1962)] || hoe noemt men de met boter gesmeerde snee brood [ZND 48 (1954)] || Zijn er andere namen van een boterham, die als platter beschouwd worden? [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterham (kinderwoord) boo: Syst. Frings  bō (Beringen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  boo (Beringen), boo-tje: Syst. Frings  bōkə (Beringen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  boke (Beringen) Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)] || Zijn er kinderwoorden voor boterham? [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterham met kaas boterham mee kaas: Syst. Frings  bōtəram mē kēs (Beringen), boterham met kaas: Syst. Frings  bōtəram mɛ kēs (Beringen) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet vetsnee: Syst. Frings  vɛtsnē (Beringen) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3