33578 |
rammenas |
radijs:
redies (K358p Beringen),
rammenas:
rammənats (K358p Beringen)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
18413 |
rand van een hoed |
rand:
rant (K358p Beringen)
|
luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20515 |
ranzig |
bedorven:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
bedoreve (K358p Beringen),
garstig:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
gərstix (K358p Beringen)
|
garstig [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
33207 |
rapen |
oprapen:
ǫprōpǝ (K358p Beringen),
rapen:
rā.pǝ (K358p Beringen),
rōpǝ (K358p Beringen)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24367 |
rat |
rat:
rat (K358p Beringen)
|
rat [Willems (1885)]
III-4-2
|
22831 |
ratel |
ratel:
râtel (K358p Beringen)
|
Ratel. [Willems (1885)]
III-3-2
|
20529 |
rauw |
rauw:
rao vlieesch (K358p Beringen),
ro vliesch (K358p Beringen)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
brakken:
braken (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
34093 |
rechterachterkwartier |
achterste kwartier rechts:
axtǝrste kǝtīr ręxs (K358p Beringen),
achterste rechtse schuif:
axtǝrstǝ ręxsǝ sxø̜̄f (K358p Beringen)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|