e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kookkachel, fornuis cuisinière (fr.): cuisinière (Beverlo), fornuis: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  fernê\"s (Beverlo) de vierkante kookkachel, met twee of vier ovens van voren [ZND 23 (1937)] || fornuis III-2-1
kookpot kasserol: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  kestrol (Beverlo, ... ), marmiet: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  mar\"mit (Beverlo) kastrol || kookketel || kookpan III-2-1
kool, algemeen: een krop kool kool: kjol (Beverlo) krop kool, volwassen koolplant [Goossens 2c (1963)] I-7
koolmees, mees kees: keeës (Beverlo), keesmus: keesmus (Beverlo), keeësmus (Beverlo), mus: nb. koolmees is kjolmus  mus (Beverlo) mees [ZND 01 (1922)], [ZND 31 (1939)] III-4-1
koolrabisoep rapensoep: Syst. Frings  rōͅpəsoͅp (Beverlo) Rapensoep (reubesop) [N 16 (1962)] III-2-3
koor koor: toonloze e is nauwelijks hoorbaar  het koe(ə)r van de kerk (Beverlo) Het (of de?) koor van de kerk. [ZND 28 (1938)] III-3-3
koorts koorts: ko"ts (Beverlo), kəts (Beverlo) hij heeft (de) koorts [ZND 28 (1938)] || koorts III-1-2
kopje jatte (fr.): zjat (Beverlo), žat (Beverlo), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  zjat (Beverlo), tasje: tɛskə (Beverlo) een kopje met een schoteltje [ZND 34 (1940)] || kop, drinkbakje || kopje waaruit men drinkt [N 02 (1960)] || kopje, tas [ZND 28 (1938)] III-2-1
kopjeduikelen buitelen: bo"ttele (Beverlo), een huppelepa maken: Mv.? [RK]  həpələpas mōͅkə (Beverlo) Buitelen (hals over kop, ongeordend, wild). || over de kop buitelen (duikelen, voorover vallen) [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
koppig kind motskop: niet in de betekenis van "koppigaard"; cf. WNT IX kol. 1178, s.v. "motsekop"= scheldwoord uit Hd. "motzekopf  motskop (Beverlo) koppigaard III-1-4