e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mot mot: ook in ZND 31, 038  mot (Beverlo) mot [ZND 01 (1922)] III-4-2
motor moteur: moͅtøͅr (Beverlo) motor [RND] III-3-1
motregen, fijne regen motregen: motrège (Beverlo), motregen.  motrēgə (Beverlo), stofregen: stoefregel (Beverlo), stuifregen: stufrēͅgə (Beverlo) motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)] || stofregen [ZND 38 (1942)] III-4-4
motregenen, licht regenen fierelen: fierelen.  firələ (Beverlo), fiezelen: (t fiezelde wa; riezelrêger (= motregen).  fiezele (Beverlo), motregenen: het begint te motregenen.  ət bəgent tə motrēgənə (Beverlo), stofregenen: `t stroefreigelt (Beverlo), ət stufrēͅgət (Beverlo), zeveren: `t zieëvert (Beverlo), zieveren.  ziəvrə (Beverlo) aanhoudend zacht regenen || beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] || stofregenen [ZND 38 (1942)] III-4-4
mouw mouw: mouw, mouweke (Beverlo), mouw, mouwke (Beverlo), twie mouwe (Beverlo), twieë mouwe (Beverlo) een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)] III-1-3
mouwschort voorrok met mouwen: voorok met mouwen (Beverlo), voorrok met mouwen (Beverlo), voorschoot met mouwen: voorschoot met mouwen (Beverlo, ... ) schort met mouwen [N 24 (1964)] III-1-3
muilpeer peer: peer (Beverlo), slag op de wang: slag op de wang (Beverlo) hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] || slaag, slagen III-1-2
muiltje muiltje: mölkes (Beverlo), məlkəs (Beverlo) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3
muis muis: mûîs (Beverlo) muis III-4-2
muizen muizen: muize (Beverlo) de katten muizen [ZND 31 (1939)] III-2-1