e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steek met drie hoeken drietuit: Dreiteut.  dreͅitøt (Beverlo), Drieteut.  drēͅtøt (Beverlo) steek, hoed waarvan de (gedeeltelijke opgeslagen) luifel drie hoeken vertoont (bijv. een bepaalde priesterhoed) [drieteut, drietip, drejtik, tööt] [N 25 (1964)] III-3-3
steel, stengel stam: stam (Beverlo) steel ve plant [Goossens 1b (1960)] III-4-3
steelvormig handvat steel: stēi̯əl (Beverlo) steel [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
steen kern: Verklw. kjènke  kjê"n (Beverlo) steen (kern van steenvrucht) III-2-3
steenkool kool: kool (Beverlo, ... ), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  kool (Beverlo) kolen (steenkolen) || steenkool [ZND 04 (1924)], [ZND 36 (1941)] III-2-1
steenpuist, bloedzweer steenzweer: stie"nzwêr (Beverlo) steenpuist III-1-2
steil, sterk hellend steil: stêël (Beverlo) steil, sterk hellend III-4-4
steken steken: stēͅkə (Beverlo) steken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
stelen stelen: steələ (Beverlo), stēͅjələ (Beverlo) stelen [ZND 25 (1937)], [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
stenen pot kroeg: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  krùg (Beverlo), stenen kroeg: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  stêne krùg (Beverlo) kroes, vat van klei III-2-1