e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vouwen vouwen: vaaën (Beverst) ik zal het in vieren vouwen [ZND 08 (1925)] III-1-2
vredewis vreewis: vrēi̯wē̜s (Beverst) Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.] I-8
vreemde (man) vreemde man: ene vrĕmde man (Beverst) Een vreemde man. [ZND 08 (1925)] III-3-1
vriend kameraad: kameroade (Beverst), vriend: vrint (Beverst) vriend(in) [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)] III-3-1
vriesweer gevroorte: gevrĕtte (Beverst) vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)] III-4-4
vroedvrouw wijsvrouw: wijsvrau (Beverst), wijsvróów (Beverst) Hoe noemt men de (gediplomeerde) vrouw die helpt bij de geboorte, indien er geen dokter aanwezig is? (nld. vroedvrouw) [ZND 46 (1946)] || vroedvrouw [ZND 08 (1925)] III-2-2
vroegmis vroegmis: de vrimes (Beverst), vrichmis (Beverst) Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: deͅivrō (Beverst), vru.u (Beverst), wijf: wɛif (Beverst, ... ) die vrouw [ZND A2 (1940sq)] || vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen jaarling: joǝrlęŋ (Beverst) Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22] I-11
vrouwelijk lam germ: gɛrm (Beverst), germpje: gɛrmkǝ (Beverst) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12