e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weduwnaar wevenaar: wievənéér (Beverst) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2
weegtoestel waag: wōǝx (Beverst) Het weegtoestel waarmee het deeg na het verdelen wordt gewogen. Vroeger gebruikte men wel een hangende balans, volgens de informant van L 377, maar deze moest verdwijnen, omdat ze niet geijkt kon worden. Zie afb. 19. [N 29, 33a; N 29, 32b; monogr.; N 29, 105e] II-1
week in de muil week in de muil: wēi̯k ęn ǝ mǭu̯ǝl (Beverst) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9
weekblad? gekleed boekje: geklejəd bikskə (Beverst) weekblad met veel prenten en fotos [ZND 36 (1941)] III-3-1
weer genezen weer te goed: wir te goei (Beverst) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
weerborstel struif: strūf (Beverst), weerborstel: wēͅrboͅsəl (Beverst) valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1
weerlichtx weerlicht: weerlicht (Beverst), wêrlicht (Beverst) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wêr (Beverst), wɛ̄r (Beverst) (vuil, slecht) weer [ZND 08 (1925)] || weer (znw) [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
weerstand biedend wreed in de muil: vrēi̯ ęn ǝ mǭu̯ǝl (Beverst) Hard in de bek, minder gevoelig voor de toom. Het paard verzet zich tegen het trekken, vooral bij het begin van een nieuw of lang niet gedaan werk, of als het hard moet trekken. [N 8, 64e] I-9
weg weg: nə wēͅx, twē wēͅx (Beverst), wēͅX (Beverst), wɛ̄x (Beverst) een weg [ZND A1 (1940sq)] || een weg, twee wegen [ZND A2 (1940sq)] || weg [RND] III-3-1