e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

Gevonden: 2943
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
durven dorren: douren (Beverst), dōre (Beverst), dôrə (Beverst), hey hije dat ni doare doen (Beverst) durven [ZND 25 (1937)] || Hij heeft dat niet durven doen [ZND 46 (1946)] III-1-4
duur duur: dier (Beverst, ... ), dīr (Beverst) duur [ZND A2 (1940sq)] || duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] III-3-1
duwen duwen: dāuə (Beverst) duwen [RND] III-1-2
dwarsbalkjes, egscheien scheien: še.i̯ǝ (Beverst), terwarsbalken: tǝrwēi̯.s˱balǝkǝ (Beverst), warsbalken: wēi̯s˱balǝkǝ (Beverst) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijven terwars werken: terwiês werke (Beverst), warsdrijven: wearsdrijven (Beverst) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver overrechtse, een -: n everesse (Beverst), terwarsdrijver: wat ne terwie͂sdrijver (Beverst), vregelaar: wat ne vreigeler (Beverst), warsdrijver: wearsdrijver (Beverst) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwingen dwingen: dwiŋə (Beverst) dwingen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
eed eed: eed (Beverst), eid (Beverst), ēt (Beverst) eed [ZND 23 (1937)] || een eed [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
eeltwrat, zweelwrat spoor: spūǝr (Beverst) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een borrel drinken een borrel pakken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ’n borrel pakken (Beverst), een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  en drĕpke dreenken (Beverst), ’n drĕpke pakken (Beverst), een omstoten: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  einen eumstooten (Beverst) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3