33317 |
grote boerderij |
geleg:
gǝlɛx (Q083p Bilzen),
winning:
węneŋ (Q083p Bilzen)
|
Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
22056 |
grote duiventeek |
bloedzuiger:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
bloedzaukers (Q083p Bilzen),
tiks (mv.?):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
tikkees (Q083p Bilzen),
tikkeis (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
heep (Q083p Bilzen),
hoop (Q083p Bilzen),
vracht:
vra.x (Q083p Bilzen)
|
hoop [ZND 01 (1922)] || onbepaalde grote hoeveelheid (vracht) [ZND A1 (1940sq)]
III-4-4
|
22504 |
grote knikker |
schieter:
schieter (Q083p Bilzen),
šītər (Q083p Bilzen)
|
Knikker: de grote (glazen of stenen). [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
24165 |
grote lijster |
dikke lijster:
dikke laajster (Q083p Bilzen),
grote lijster:
graute leister (Q083p Bilzen)
|
grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22141 |
grote mand met diverse onderverdelingen |
korf van 4:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’ne kérf van 4, 8 (enz.) kààsjkes (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22015 |
grote mand met twee verdiepingen |
dubbele korf:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’nen dobbele kérf (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22143 |
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden |
korf:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de kérf (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22178 |
grote ronde worm in dunne darm |
lintworm:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’ne lèntwérm (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote ronde worm in dunne darm? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dikke troem (Q083p Bilzen),
grosse caisse (fr.):
de groskès (Q083p Bilzen),
groskaes (Q083p Bilzen),
grosse-caisse (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
grote trom:
graute troem (Q083p Bilzen)
|
een grote trom [trombol] [N 112 (2006)]
III-3-2
|