e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heup heup: howep (Bilzen), hoëp (Bilzen), hōap (Bilzen) de heup (zijde van het lichaam) [ZND 26 (1937)] || heup [ZND 01 (1922)] III-1-1
heupjicht gicht: gech (?) (Bilzen), jicht: jèch (Bilzen) flerecijn (heupjicht; Fr. sciatique) [ZND 01u (1924)] || Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (ischias, geschot, steek(te), pleurijs, flerecijn). [N 107 (2001)] III-1-2
heupsuçon heupneep: hø̄pnēp (Bilzen), heuppince-tje: hø̄ppɛ̃skǝ (Bilzen), heupsuçon: hø̄psǝson (Bilzen), hø̄psǝsuŋ (Bilzen) [N 59, 94e; N 59, 94c] II-7
heupwijdte, zitwijdte bassin: basɛ̄ (Bilzen), heupomtrek: hø̄pemtręk (Bilzen), kontwijdte: kontwājtǝ (Bilzen), votwijdte: vūtwājtǝ (Bilzen) Maat gemeten om het dikste deel van het zitvlak, met voor heren twee vingers speling tussen de maatband en het lichaam. [N 59, 44d; N 59, 44c; N 62, 2b] II-7
heuvel aardhoop: ijǝthōp (Bilzen), berg: bɛrx (Bilzen) Een kleine verhevenheid in het landschap. [L 34, 22] I-8
heuvel, kleine hoogte aardhoop: (= aardhoop).  iejethoop (Bilzen), berg: ne berg (Bilzen), hoogte: heigde (Bilzen), wōͅ ĕn uxtə (Bilzen), ps. of toch eerste woord omspellen volgens Frings: [wo??n]?  wouin oegte (Bilzen) heuvel [ZND 34 (1940)] || hoogte [ZND 01 (1922)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)] III-4-4
hiel vers: vaas (Bilzen, ... ), vās (Bilzen), vās (Bilzen) hak (van de voet) [ZND 01 (1922)] || Het achterste gedeelte van de voet. [N 60, 168a] || hiel (van de voet) [ZND 01 (1922)] || hiel (van den voet) [ZND 01u (1924)] II-10, III-1-1
hiel [wld ii.10, p. 7] vers: vaas (Bilzen) Het achterste gedeelte van de voet? (hiel?) [N 60 (1973)] III-1-3
hielpand vers: vās (Bilzen), zijkant van de tige: zājkant van dǝ tīš (Bilzen) Het gedeelte van het boventuig dat de achterkant van de voet, het achterste deel van de zijkant van de voet en de bovenkant van de wreef bedekt. Zie afb. 18. [N 60, 17; N 60, 28] II-10
hielpand [wld ii.10, p. 24] vers: Hiel.  vaas (Bilzen), zijkant van de tige: zaajkant v.d. tīēsj (Bilzen) Hoe noemt u het gedeelte van de schoen dat afgebeeld is op tek. 17? (hiel) [N 60 (1973)] III-1-3