| 34551 |
jonge gans |
jonge gans:
juŋ gās (Q083p Bilzen)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
| 34481 |
jonge kip |
pul:
pęl (Q083p Bilzen)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
| 20159 |
jongen |
jong:
jiuŋ (Q083p Bilzen),
jŏĕng (Q083p Bilzen),
jôeng (Q083p Bilzen)
|
jongen [ZND 11 (1925)], [ZND m]
III-2-2
|
| 18579 |
jongenshemd |
hemd voor een klein mannetje:
himme vèr e klein menneke (Q083p Bilzen),
lijfje:
laajfke mèt/zonder mauwe (Q083p Bilzen),
laajfkes (vér joenges) (Q083p Bilzen)
|
Jongensondergoed, jongenshemd [N 114 (2002)]
III-1-3
|
| 18737 |
jongenshemd? |
onderlijfje:
onderlaaifke (Q083p Bilzen)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 18735 |
jongensonderbroek? |
jongensonderbroek:
joengesonderbroek (Q083p Bilzen)
|
Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 18582 |
jongensondergoed |
jongensondergoed:
joengesondergoēd (Q083p Bilzen)
|
Jongensondergoed, jongenshemd [N 114 (2002)]
III-1-3
|
| 18733 |
jongensondergoed? |
jongensondergoed:
joengesondergoed (Q083p Bilzen)
|
Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 31109 |
jongensschoenen |
kinderschoenen:
kę̄ndǝršun (Q083p Bilzen)
|
Schoenwerk voor jongens in de maten 32 t/m 35. [N 60, 205c; N 60, 205e]
II-10
|
| 20334 |
jongste kind |
ponnetje:
ponneke (Q083p Bilzen),
poənəkə (Q083p Bilzen),
pôenəkə (Q083p Bilzen)
|
jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] || kleinste kind van de familie [ZND m]
III-2-2
|