e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongste vogeltje uit het nest koninkje: kiëningske (Bilzen) jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)] III-4-1
jood jood: joed (Bilzen, ... ), ne joet, twei joede (Bilzen, ... ), ne jyd, twei jyddə (Bilzen, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] || jood [ZND 01 (1922)] || Jood. [ZND 01 (1922)] III-3-1, III-3-3
judas judas: ne žydas (Bilzen), zjudas (Bilzen), ’ne Zjudas (Bilzen) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] || Judas. [ZND 01 (1922)] III-3-3
juffrouw juffrouw: juffro (Bilzen), juffroo (Bilzen), jyffrō (Bilzen) juffrouw [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-3-1
jurk kleed: e blôo klud (Bilzen), ketoen kleed (Bilzen), kle:t (Bilzen) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || kleed [ZND A2 (1940sq)] III-1-3
jus, vleesnat bouillon: bouljon (Bilzen), jus: juu (Bilzen), (Bilzen), saus: saas (Bilzen), vleesgelei: vleeszjelee (Bilzen) saus of jus [N 16 (1962)] || vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
juweel bijou (fr.): Vnl. fig.  biezjoe (Bilzen), bijoutje (<fr.): bijouke (Bilzen), juweel: zjuweïl (Bilzen), juweeltje: juweelche (Bilzen), schone steen: Aanvulling: brosj, diadaem.  sjaune steen (Bilzen), sieraad: sieroëd (Bilzen) Juweel. Een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 114 (2002)] III-1-3
kaakbeen(rand) kaaksbeen: ko.ksbe.n (Bilzen) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en de kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [Lk 05 (1955)] III-1-1
kaakgestel kaak: kaok (Bilzen) Kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar, kaken). [N 106 (2001)] III-1-1
kaal duivenjong donzig jong: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  e douzig joenk (Bilzen), kwak: kwach (Bilzen) een jong van enkele dagen oud, nog met haar? [N 93 (1983)] || Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2