e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerel kadee: kadee (Bilzen), kerel: ki.əl (Bilzen), kiel (Bilzen, ... ), kieël (Bilzen), man: rauw man (Bilzen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] || Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] || kerel [RND], [ZND 01 (1922)] III-3-1
keren draaien: drē̜ǝ (Bilzen), omdraaien: emdreǝn (Bilzen), emdrē̜ǝ (Bilzen) Omkeren van de stof van een oud kledingstuk, zodat het er weer fatsoenlijk uitziet. In L 27, 74 is gevraagd naar het keren van een jas. [N 59, 190b; N 62, 21a; L 27, 74; MW] II-7
kerk kerk: keͅrk (Bilzen), kirk (Bilzen), ən hoͅøͅX kerk (Bilzen), ən ker (Bilzen) De kerk. [ZND 12 (1926)] || Een hoge kerk. [ZND A2 (1940sq)] || Een kerk. [ZND A1 (1940sq)] || Kerk. [ZND 01 (1922)] III-3-3
kerkhof kerkhof: o  kərkəf (Bilzen), ət kerkəf (Bilzen) Kerkhof. [ZND 14 (1926)] III-3-3
kerkklok klok: de slinger van een klok (Bilzen) De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] III-3-3
kerkuil kerkuil: kérkaajl (Bilzen) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kermis kermis: en kĕrmes (Bilzen), kERmes (Bilzen), kɛrəməs (Bilzen), mergen es kermes (Bilzen), mèrgə ist keremes (Bilzen) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] || Kermis. [Willems (1885)] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kermisgeld kermisgeld: kérmesgêld (Bilzen), kérmisgêld (Bilzen, ... ), kérmisgêld (ve kriëgte -) (Bilzen), kermispree: kérmisprei (Bilzen), pree: prei (Bilzen) een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi] [N 112 (2006)] III-3-2
kermismuziek foormuziek: faurmeziek (Bilzen), kermismuziek: kérmesmeziek (Bilzen, ... ), kérmismeziek (Bilzen), muziek: ɛt meziek (Bilzen), spel: ɛt spiël (Bilzen), tingeltangel: tingel-tangel (Bilzen) de muziek die te horen is op kermissen [spel] [N 112 (2006)] III-3-2
kers, zoete soorten kers: kers}* (Bilzen), kiəs (Bilzen) [ZND 01 (1922)]kers [ZND 01 (1922)] I-7