20703 |
kersenpannenkoek |
kersenkoek:
kiëzekoek (Q083p Bilzen)
|
pannenkoek met kersen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
23242 |
kerstmis |
kerstmis:
keismes (Q083p Bilzen),
kiesməs (Q083p Bilzen),
kiësmis (Q083p Bilzen)
|
Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)]
III-3-3
|
22457 |
ketelmuziek |
ketelmuziek:
kèttelmeziek (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
ɛt kèttelmeziek (Q083p Bilzen)
|
het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22698 |
ketelmuziek maken add. |
kanon schieten:
kenonsjiete (Q083p Bilzen),
kanongebulder:
kenongebulder (Q083p Bilzen),
tram trekken:
(waarbij men een kalkstreep trok tussen de twee "schuldige"huizen)
tram trèkke (Q083p Bilzen)
|
het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
32783 |
kettingeg, weide-eg |
kettel[eg]:
kętǝl[eg] (Q083p Bilzen)
|
De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ´akkersleep, weidesleep´ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.]
I-2
|
19665 |
keuken |
keuken:
kiəkən (Q083p Bilzen)
|
keuken [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
19496 |
keukenrek |
bredje:
breͅi̯tjə (Q083p Bilzen),
breͅtjə (Q083p Bilzen)
|
de plank waarop het keukengerief wordt gezet [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
22019 |
keuring |
duivenkeuring:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
douvekeïring (Q083p Bilzen),
prijskamp:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
preiskamp (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt men een competitieve keuring van duiven, waaraan prijzen verbonden zijn? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22020 |
keurmeester |
duivenkeurder:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
douvekeïrder (Q083p Bilzen),
keurmeester:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
keïrmeester (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet de man die daar de duiven keurt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24334 |
kever, tor |
kever:
kāēver (Q083p Bilzen)
|
kever [Willems (1885)]
III-4-2
|