e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
been been: been (Bilzen, ... ) been [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] III-1-1
been, beenderen been: beenen (Bilzen), knook: kniêk (Bilzen), kniëk (Bilzen), knoëk (Bilzen) been [ZND 01 (1922)] || beenderen (op het kerkhof) [ZND 21 (1936)] III-1-1
beenderen op het kerkhof benen: znd 21, 009c  beenen (Bilzen), knook/knoken (ev./mv.?): znd 21, 009c  kniek (Bilzen) beenderen (op het kerkhof) [ZND 19 (1936)] III-2-2
beervoetigheid (het) staat door: stē duɛ.r (Bilzen) Beervoetige stand, een afwijking, waarbij de kootas naar voren is gebroken door het achterwaarts doorzakken van de koot, zodat de vetlok met de bodem in aanraking komt. [JG 1a, 1b; N 8, 93b] I-9
beetje, een weinig kwakkel: kvakəl (Bilzen) onbepaalde kleine hoeveelheid (kwakkel) [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
bef borstlap: bóslàp (Bilzen), devant (fr.): n\\ witten d\\vå–  dəva͂o͂ (Bilzen), volant (fr.): Fr. volant, devant  vólaŏ (Bilzen) een bef [N 59 (1973)] III-1-3
begane grond, benedenverdieping gelijkvloer: gəleijkvlur (Bilzen), onder: ondər (Bilzen) begane grond, gelijkvloers [ZND 12 (1926)] III-2-1
begeerlijk begeerlijk: begieërlik (Bilzen) begerig [ZND 01 (1922)] III-1-4
beginvoren in het midden rug: ręx (Bilzen) Bedoeld worden de eerste (2, 4 of 6) voren die men midden op de akker of op een pand tegen elkaar aan slaat, als deze bijeengeploegd moet worden. Men kan deze voren, vooral als het laaggelegen of natte grond betreft, bewust wat hoger opploegen, om een rond akker- of pandoppervlak te krijgen. [N 11, 60; N 11A, 119c; JG 1a + 1b] I-1
begrafenis begrafenis: begrefenis (Bilzen) begrafenis; een schoone - [ZND 32 (1939)] III-2-2