25217 |
luchtx |
lucht:
loch (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)]
III-4-4
|
19619 |
lucifer |
spik:
spik (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
spikje:
spikske (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
strijkje:
striekske (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen)
|
lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)]
III-2-1
|
18918 |
lui |
lui:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
leu (Q083p Bilzen),
vuil:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
vaul (Q083p Bilzen)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21346 |
lui (lieden) |
lui:
de lai zin vandâog allemoêl bauten op het veld on ⁄t mèe (Q083p Bilzen),
laai (Q083p Bilzen),
rijke laaie (Q083p Bilzen),
mensen:
de minsche zien vandoaëg allemoël op ⁄t feld en mêën (Q083p Bilzen),
minsən (Q083p Bilzen)
|
De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || lui (lieden) [ZND 01 (1922)] || mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
18878 |
luid schreien |
joenken:
ook materiaal znd 28, 53
joenken (Q083p Bilzen),
krijten:
ook materiaal znd 28, 53
krijte (Q083p Bilzen)
|
luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
23217 |
luiden |
luiden:
de klok laoen (Q083p Bilzen),
looië (Q083p Bilzen),
loͅejə (Q083p Bilzen)
|
De klok luiden. [ZND 30 (1939)] || Luiden. [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)]
III-3-3
|
23252 |
luiden voor de mis |
luiden voor de mis:
het lait ver de mes (Q083p Bilzen),
het laoet ver de mes (Q083p Bilzen)
|
Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] || Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de eerste maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
20478 |
luier |
kindsdoek:
kénsdŏĕk (Q083p Bilzen),
lommel:
lŏĕmmələn (Q083p Bilzen),
windel:
windel (Q083p Bilzen)
|
luier (kinderdoek) [ZND 01u (1924)] || luiers; het kind wordt in de luiers gedaan [ZND 01u (1924)]
III-2-2
|
20281 |
luiermand |
kinderkorf:
kinderkerf (Q083p Bilzen)
|
korf of mand waarin de doeken of luiers van de kleine kinderen wordt bewaard? [ZND 37 (1941)]
III-2-2
|
22146 |
luikjes of valdeurtjes in het binnendeksel van een duivenmand |
dekseltje:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
e dèkselke (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: luikjes en valdeurtjes in het binnendeksel? [N 93 (1983)]
III-3-2
|