24903 |
ochtend (vanmorgen |
ochtend:
deze merge (Q083p Bilzen),
diejze mèrge (Q083p Bilzen),
mérge (Q083p Bilzen)
|
s morgens) [DC 65 (1990)], [ZND 39 (1942)]
III-4-4
|
21024 |
oester |
oester:
ōēster (Q083p Bilzen)
|
oester [Willems (1885)]
III-2-3
|
22138 |
officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben |
goedkeuring:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de goēdkeïring (Q083p Bilzen),
vergunning:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de vergunning (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
beetje:
bitshe (Q083p Bilzen),
e bietsje (Q083p Bilzen),
e bitsche (Q083p Bilzen),
ogenblikje:
⁄n oogenblikske (Q083p Bilzen)
|
een ogenblikje [ZND 04 (1924)] || even [ZND 34 (1940)]
III-4-4
|
23227 |
oksaal |
oksaal:
ennen schaônen oksaôl met enne nauwen elger (Q083p Bilzen),
schaone oksaol (Q083p Bilzen),
schown ogsōōl (Q083p Bilzen),
⁄n sjune oksoaël met ⁄n nauwe elger (Q083p Bilzen)
|
Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)]
III-3-3
|
20547 |
olie |
olie:
oële (Q083p Bilzen),
smout:
van koolzaad
smaat (Q083p Bilzen)
|
de vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmakenvan sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20701 |
oliebol |
berlijnse bol:
boule de Berlin
berleinse bol (Q083p Bilzen)
|
oliebol [N 16 (1962)]
III-2-3
|
26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slǭ.x[molen] (Q083p Bilzen),
slǭx[molen] (Q083p Bilzen),
smoutmolen:
smā.t[molen] (Q083p Bilzen)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
17916 |
omarmen |
pakken:
pakke (mèt de êrm) (Q083p Bilzen),
vastpakken:
vaspakke (Q083p Bilzen)
|
Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
30960 |
omboeken |
inplooien:
inplojǝ (Q083p Bilzen)
|
Het omvouwen en vastlijmen van de randen van het leerwerk. [N 60, 52]
II-10
|