e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dom dwaas: dwoëz, doem (Bilzen) dwaas". Uitspraak + betekenis [ZND 33 (1940)] III-1-4
dommekracht krik: krek (Bilzen), winde: węn (Bilzen) Werktuig om zware voorwerpen op te tillen. Het bestaat uit een zware kast, waarin een getande stang met haak door middel van een zwengel omhoog en omlaag kan worden bewogen. De dommekracht wordt onder het op te heffen voorwerp geplaatst. Zie ook afb. 3. [N 33, 219] II-11
dompelen dompelen: doempele (Bilzen, ... ), duwen: in hĕt wottər douwə (Bilzen), in het water duwen: ps. letterlijk omgespeld volgens Grootaers.  in het woͅttər dou̯wə (Bilzen, ... ), in het water steken: in hĕt wottər stēͅke (Bilzen), in het water stompen: in t wotter stoempen (Bilzen), in ⁄t wotter stoempen (Bilzen, ... ), steken: ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  stēͅkə (Bilzen, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || dompelen [ZND 01 (1922)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderen donderen: dondere (Bilzen, ... ), donderen (Bilzen, ... ), donderə (Bilzen, ... ) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donderwolk schoer: schjoer (Bilzen) donderwolk [ZND 33 (1940)] III-4-4
donderx donder: donder (Bilzen, ... ), dondər (Bilzen, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: doenkel (Bilzen), dunkəl (Bilzen) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
dons, nestveren dons: dons (Bilzen), duivelshaar: dievelshoër (Bilzen), divelshoər (Bilzen), stoppels: naast de vraag? doorgaans zijn dit de eerste opkomende veertjes, niet de haren.  stoppels (Bilzen) dons [ZND 35 (1941)] || het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld de hoek om: znd 23, 022b;  den hoek im (Bilzen), hemelen: znd 23, 022b;  hiemelen (Bilzen), naar de maan toe: znd 23, 022b;  noə de moən tou (Bilzen), schieten: znd 23, 022b;  schieten (Bilzen), van kant: znd 23, 022b;  van kant (Bilzen), vliegen: znd 23, 022b;  vliegen (Bilzen), vort: znd 23, 022b;  voert (Bilzen) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doud (Bilzen), dowd (Bilzen) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2