34004 |
met paard en koets rijden, paardrijden |
uitrijden:
ē̜trē̜ǝ (P113p Binderveld)
|
Het paard besturen als het voor de koets gespannen is, of als het als rijdier gebruikt wordt. Deze twee begrippen worden terminologisch niet onderscheiden. [JG 1a, 1b; Wi 29; monogr.]
I-10
|
34011 |
met staande kar varen |
bet staande kar:
bǝ stōǝndǝ kē̜ǝr (P113p Binderveld)
|
Met één paard en twee of drie karren rijden. Als men met twee karren rijdt, haalt het paard met de ene kar een lading bij, terwijl de tweede kar ontladen wordt. Als men met drie karren rijdt, is men, terwijl het paard met een eerste kar onderweg is, op de ene plaats een tweede kar aan het laden en op de andere een derde aan het ontladen. [JG 1a, 1b]
I-10
|
29920 |
metselaar |
metser:
mɛtsǝr (P113p Binderveld)
|
Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld]
II-9
|
20123 |
miauwen |
keken:
kiē.kə (P113p Binderveld)
|
miauwen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
24901 |
middag (s middags) |
noen:
nōēn (P113p Binderveld)
|
middag [RND]
III-4-4
|
33785 |
middendeel van het paard |
pens:
pɛns (P113p Binderveld)
|
De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9
|
31586 |
middennaafbanden |
dombanden:
dumbān (P113p Binderveld)
|
De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.]
II-11
|
33094 |
mijt afdekken |
besteken:
bǝstēkǝ (P113p Binderveld)
|
De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
21745 |
mikken |
mikken:
mikə (P113p Binderveld)
|
lonken (mikken) [RND]
III-3-2
|
17833 |
moe |
moe:
my:i (P113p Binderveld)
|
moe [RND]
III-1-2
|