e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bingelrade

Overzicht

Gevonden: 1205
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdriet; verdriet doen leed: leid (Bingelrade), verdriet: verdreit (Bingelrade) leed [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
verf verf: vɛrǝf (Bingelrade) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
vergoeden vergoeden: verguije (Bingelrade) vergoeden [SGV (1914)] III-3-1
verhaal vertelsel: verteilsel (Bingelrade) verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verjaardag verjaardag: verjoardaag (Bingelrade) verjaardag [SGV (1914)] III-3-2
verkeren vrijen: vrieje (Bingelrade) vrijen [SGV (1914)] III-3-1
verkering hebben vrijen: vrieje (Bingelrade) vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verkillen verstijven: verschtieve (Bingelrade) verkleumen [SGV (1914)] III-1-2
verklaren verklaren: verklaore (Bingelrade) verklaren [SGV (1914)] III-3-1
verkoper verkoper: verkuiper (Bingelrade) verkooper [SGV (1914)] III-3-1