e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
industriekool gaskool: jāskoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), gasvlamkool: jāsvlamkoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), vetkool: vɛtkoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), vlamkool: vlamkoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma]) Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.] II-5
informeren (onverg.) zich umhren (< du.): ziech umhu’re (Bleijerheide) naar iets informeren III-1-4
ingelaten dorpel ingelaten waterdorpel: ejǝlǫsǝ wasǝrdølǝpǝr (Bleijerheide) Geprofileerde lijst die in de onderregel van de deur wordt ingelaten om te verhinderen dat water onder de deur in het huis kan binnendringen. [N 55, 24d] II-9
ingemaakt voedsel ingemaakts: ¯t i¯jemaachs sjteet in d¯r kelder  i’jemaachs (Bleijerheide) inmaak III-2-3
ingenieur ingenieur: enšǝnjø̄r (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), inšǝnjø̄r (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.] II-5
ingestorte pijler te brok gegangen streb: tsǝ brox jǝjaŋǝ štrēp (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), toegevallen streb: tsǫwjǝvalǝ štrēp (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een door steenval ingestorte pijler. [N 95, 545] II-5
ingewanden darmen: därm (Bleijerheide) ingewanden [N 10a (1961)] III-1-1
ingewanden van geslacht vee darmen: dɛrm (Bleijerheide) Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.] II-1
ingewanden verwijderen uitnemen: usnɛǝmǝ (Bleijerheide) Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden (maag, darmen e.d.) verwijdert. Om het dier lichter te maken en het dus gemakkelijker te kunnen ophijsen, gebeurde dit bij een rund vroeger - voordat het gebruik van katrollen e.d. meer algemeen werd - terwijl het dier nog op de burrie lag. Een bij het woordtype genoemd object wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie voor deze varianten van ''darmen'', ''pens'' e.d. het lemma ''ingewanden van geslacht vee''. [N 28, 59; monogr.] II-1
ingezaaid land vaardig: vęɛdex (Bleijerheide) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4