| 32067 |
latnagel |
lattennagel:
latsǝnāl (Q121c Bleijerheide)
|
Draadnagel, die wordt gebruikt om latten, zoals die bijvoorbeeld bij het timmeren van een gebint worden gebruikt, vast te zetten. Volgens de respondent uit Mechelen (Q 204a) hadden latnagels nummer 27/11; ze waren dan dus 2.25 duim (± 5.5 cm) lang. [N 54, 16b; monogr.]
II-12
|
| 30288 |
lattendeur |
lattendeur:
latsǝdȳr (Q121c Bleijerheide),
spalierdeur:
špalīrdȳr (Q121c Bleijerheide)
|
Deur, bestaande uit latten die met een zekere tussenruimte op klampen of op een vergaring bevestigd worden. Zie ook afb. 56. [N 55, 30]
II-9
|
| 20869 |
laurier |
laurierblad:
lauw’erblad (Q121c Bleijerheide)
|
laurierbladeren
III-2-3
|
| 24990 |
lauw |
lauw:
lauw (Q121c Bleijerheide),
loa (Q121c Bleijerheide),
pislauw:
pisloa⁄ (Q121c Bleijerheide)
|
lauw, tussen warm en koud
III-4-4
|
| 18356 |
lederen pantoffel |
pantoffel:
pāntoeffele (Q121c Bleijerheide)
|
pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 19391 |
ledikant |
bedstad:
bɛtštat (Q121c Bleijerheide),
hemelbed:
himəlbɛt (Q121c Bleijerheide)
|
hemelbed || ledikant
III-2-1
|
| 32187 |
ledikanthaak, ledikanthoekijzer |
bedbeslag:
bɛt˱bǝšlāx (Q121c Bleijerheide),
beddenhaak:
bɛdǝhǭǝk (Q121c Bleijerheide)
|
Metalen plaat met twee haakvormige uitsteeksels, waarmee de zijsponden aan de hoofd- en voetensponde kunnen worden vastgemaakt. De haken van de ledikanthaak passen in de sleuven van een metalen plaat, het hoekijzer, dat op hoofd- en voetensponde wordt geschroefd. Zie ook afb. 177. [N 54, 110a-b]
II-12
|
| 32186 |
ledikantschroef |
verbindungsschroef:
vǝrbinduŋsšruf (Q121c Bleijerheide)
|
Speciaal soort schroef waarmee de zijsponde van een bed aan hoofd- en voetensponde wordt vastgemaakt. In de ronde kop van de schoef is een gat aangebracht waarin een schoevendraaier of, aldus de respondent uit Bilzen (Q 83), een drevel kan worden gestoken om de schroef aan te draaien. Om de ledikantschroef te kunnen bevestigen wordt in de zijsponde een gleuf uitgehakt. Zie ook afb. 176. De schroef wordt ook wel gebruikt om zij- en bovenkant van kasten met elkaar te verbinden. [N 54, 111]
II-12
|
| 20479 |
leeftijd, ouderdom |
leeftijd:
leëftsiet (Q121c Bleijerheide)
|
leeftijd
III-2-2
|
| 20953 |
leeg, gezegd van een noot |
doof:
ing doof noos (Q121c Bleijerheide)
|
een lege noot
III-2-3
|